24 oktober 2015

Gedichten voor Perdu 2014

Juni 2014
 
Iedereen weet dat Remco Wouter Campert (1929)
veel heeft geschreven: verhalen en romans maar
vooral gedichten. Zijn vader, getrouwd met Clara
Eggink is bekend door Het lied der Achttien Doden
dat hij in 1941 schreef. Toen Remco veertien was
hoorde hij dat zijn vader, verzetsstrijder, in 1943 in
het concentratiekamp Neuengamme is overleden.
Eén jaar is RC getrouwd geweest met Fritzi Harmsen
van Beek wier woning in Blaricum een ontmoetings-
plek werd voor schrijvers en dichterts. Belangrijk om
te weten is dat hij in 1950 met Rudy Kousbroek het
tijdschrift Braak heeft opgericht en iets later in dat-
zelfde jaar de redactie werd uitgebreid met Lucebert
en Bert Schierbeek. Na verschijning van de bloemlezing
Atonaal in 1951, onder redactie van Simon Vinkenoog,
werden de daarin opgenomen dichters onder wie Gerrit
Kouwenaar, Jan Elburg en Hugo Claus aangeduid als de
Vijftigers. Deze dichters werden beschouwd als een
verzetsgroep tegen de literaire traditie, maar Campert
gold als 'de meest verstaanbare dichter'. Deze bundel
Remco Campert Dichter, in 2009 door de Bezige Bij
uitgegeven, telt 762 bladzijden en bevat zijn gehele
oeuvre vanaf 1951 “Vogels vliegen toch” tot Ode aan
mijn jas uit 1997. Ook zijn bundel uit 2007 getiteld
Nieuwe herinneringen is erin opgenomen. Daarin
lezen we Poëzie: “De letter verlangt naar woorden/
en de witte stilte ertussen/ woorden haken naar de regel/
en zijn regelrechte loop/ de regel wil poëzie zijn/
ordeloos en liefdevol open/ de poëzie kijkt popelend uit/
naar zijn filmer/ die filmt alsof het gedrukt staat.”
In Verspreide gedichten 1950-1994 staat”: “Dichten is
liegen op hoger plan/ van een mus een zwaluw maken/
en als het even lijden kan/ nonchalant aan de kosmos
raken/ liefs erwtenborsten/ worden een verruklijk span/
een gore lap een smetteloos laken/ maar voor de deur
staat een man/ al nachtenlang te braken.” Voor 34,90 euro
heeft u iets om in te blijven lezen en bezitten. Spijt, nee!
 
 
Mei 2014
 
De mooiste van Brecht, Goethe, Milosz, Pablo
Neruda, Rafael Alberti, Werner Aspenström,
Södergran, Shakespeare, Wallace Stevens en
William Wordsworth staan nog in de winkel.    
Tweetalige edities met voorwoord en inleiding.
Unieke bundels omdat de dichter alle aandacht
krijgt die hij verdient. Wist u dat Rafael Alberti
 (1902-1999) de eeuw vrijwel heeft overleefd?
In de inleiding uit 2000 van Bart Vonk lezen wij:
 “R.A. is een mijlpaal in de hedendaagse Spaanse
poëzie.” Gevarieerde thema's, een surrealistische
inslag, onbeperkte technische en beeldende moge-
lijkheden. Tenslotte ontvanger van de Cervantesprijs.
Zijn lange ballingschap van 1939 tot 1977 heeft zijn
schrijven diepgaand beïnvloed. Om u een idee te geven,
deze regels uit Vliegen maar! “Houthakker,/hak de den
niet om,/want een hele famile/ slaapt in zijn kruin.” En
uit Verboden te wateren: “Tussen de plassen en plassen
door/zie je meer plassen, langgerekt, breed,/misschien
van een non die is verkleed,/soms van een hond of van
de pastoor.“  Op de flaptekst van Werner Aspenström
(1918-1997), lezen we dat hij zijn gedichten schreef
voor zijn kat. Een van de grootste Zweedse dichters
wiens werk veel is geprezen om zijn lyriek maar nooit
eerder in het Nederlands is vertaald; in 2008 door Ivo
van Strijtem. Uit Een rede als een andere de eerste regels:
“Verbeelding, kan je die verdedigen?/Niet in een recht-
zaal./Dromen, wegen die iets?/Niet op alle weegschalen./
Dichten, is dat eerzaam? Niet bijzonder.” En dit: “De loof-
bomen kleden zich uit,/kleden zich aan,/regelmatig,/als
in een huwelijk.” Deze mij weinig bekende dichters heb ik
gekozen omdat de anderen, met uitzondering van Sõder-
gran, ons vertrouwd zijn. Binnenkort zijn deze bij Lannoo/
Atlas uitgegeven dichtwerken geheel en al uitverkocht.
 
 
April 2014
 
Ooit stond 'de hele wereld' bij Perdu. Na vier
jaar kwam 'hij' of 'zij' weer terug: De mooiste
van DE HELE WERELD, door Koen Stassijns
en Ivo van Strijtem, in 2010, samengesteld.
De moderne wereldpoëzie in 333 gedichten
lag op een vrijdagavond zeker een kwartier te
kijk onder de ogen van iemand die maar bleef
bladeren in deze dichterswereld van zo'n drie
honderd bekende en totaal onbekende namen.
Vier honderd tachtig bladzijden vertalingen
van buitenlandse gedichten van na 1900,
verdeeld over tien thema's en ingeleid met een
klassiek gedicht van een voorloper: Dickinson,
Goethe, Rimbaud, Poesjkin en nog anderen, met
daarbij een paar intrigerende regels. Van wie zijn
die? Wil je dit weten dan blijf je lezen. Ik verklap
dat bij het thema Landschappen, de regels:
“De velden stromen voorbij/de aarde komt en gaat”
van Miguel de Unamuno zijn; bij Liefde, de regels:
“Het is wat het is/zegt de liefde” van Erich Fried;
bij Voorbijgaan, is de regel: “Halfeen. Snel is de tijd
voorbijgegaan” van Kaváfis; bij Poëzie, de zin:
“Want zij bestaat, het meisje Poëzie” van Léopold
Sédar Senghor; Bij Verwant: “Ooit was mijn moeder
een ree” van Rose Ausländer; bij Onrecht “Niemands
brood heb ik afgenomen“ van Primo Levi. Toen ik
“En voor ieder zou er daarboven een vogel zijn” las,
van Ali Cengiskan, bij het thema Mysterie, bedacht ik
dat u het spelletje zelf mag afmaken; dat ook u zult
genieten van dit gedichtenalbum. Voor maar 30€.
 
 
Maart 2014
 
Hotel New Flandres. 60 jaar Vlaamse poëzie
1945-2005. Poëzie Centrum, Gent, 2008.
In dit hotel slapen 266 dichters, voorzien van
sterren: één ster voor 132 dichters, vijf voor 7.
Van Hugo Claus, Leonard Nolens, Hugues
C. Pernath en Willy Roggeman zijn 10 gedichten
opgenomen; en van Dirk van Bastelaere, Herman
de Coninck en Jotie T' Hooft 9 gedichten.
Dan weet je wie door Dirk van Bastelaere, Erwin
Jans en Patrick Peeters als 'beste' zijn uitgekozen.
“Om het literair historisch karakter van deze
bloemlezing in de verf te zetten, hebben we voor
een chronologische presentatie van de gedichten
geopteerd. Op die manier geven we de gedichten-
bundels terug aan de stroom van de tijd”. Er zijn
ook “gedichten van dichters die ons weinig of niet
interesseren, omdat we ze saai, flauw, truttig of
ouderwets vinden.” Je bent benieuwd hoeveel
sterren de in Nederland bekende Vlaamse dichters
krijgen. Drie sterren voor Gaston Burssens, Louis
Paul Boon en Stefaan v.d. Bremt van wie de regels:
“Dichten is het ik en nu
betrekken in het spanningsveld
van alledag en alleman.”
Zou dat de bedoeling van deze bloemlezing zijn,
die 672 gedichten telt, in velerlei toonaarden?
“We willen dat dit boek gebruikt wordt door een
zo groot mogelijk publiek, omdat we vinden dat het
dominante beeld van poëzie dat vandaag in de media
wordt uitgedragen ergerlijk simplistisch is.” las ik.
Een reis door de tijd in een ons vaak onbekende en
indringende taal. Neem mee voor nog geen 20 euro.
 
Februari 2014
 
Wordt de verloren tijd ooit hervonden?
De Gerard Doustraat, later de Kerkstraat 
waren plekken waar tijd ooit stil stond;
boeken, koffie, dichters, gesprekken,
sigarettenrook en soms ook echte stilte.
Je kon de hele middag tientallen bundels
opstapelen, lezen, bekijken. Perdu 1984.
Ik draag die sfeer nog steeds in de tas
van mijn zijn; en als kleine zandkorrels
zweeft de herinnering aan de romancier.
Het visueel geheugen maakt gedachten
aan liefde voor de vrouwen die Marcel
Proust van verre ziet, wiens schoonheid
blijft boeien als een zeldzaam kunstwerk.
Deze verteller koestert het verlangen om
toegelaten te worden tot de Parijse salons
van begin vorige eeuw, om zó door deze
contacten een hogere status te bereiken.
Dat Perdu gevoelige geesten aantrekt om
in wereldse kunststreken te verblijven is
de herhaling van een Recherche die nooit
ophoudt; immer op zoek naar geliefde
woordkunstenaars die dertig jaar na
dato de Kloveniersburgwal vereeuwigen.
                                        Misschien wordt in de toekomst de naam
                                        PERDU door een jonge enthousiasteling
                                        omgetoverd tot RETROUVÉ.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten