24 oktober 2015

Gedichten voor Perdu 2013

December 2013
                                              
Letterlijk het beste van het beste dus, schrijven
Ilja Leonard Pfeiffer en Gert Jan de Vries in het
woord vooraf van de prachtige verzenbundel, 
getiteld  De 100 allermooiste gedichten van de
Europese poëzie. Beiden auteurs hadden al een
jaar eerder De canon van de Europese poëzie
samengesteld: een overzicht van dertig eeuwen
en vijfhonderd titels. Wat deze bundel zó heel
aantrekkelijk maakt is het eindeloze grasduinen
erin. De volgorde van de gedichten is bepaald
door hun jaartal in de geschiedenis. Het eerste
gedicht getiteld De koeien op slachtdag is door
de Australische dichter Les Murray geschreven
in 1996. Daarna volgt oh dolorosa van Lucebert
uit 1993. Dan Tsjêbbe Hettinga, Fabrizio De
André uit Italië, enzovoort; tot het allerlaatste
dichtfragment De terugkeer van Odysseus van                                            
Homerus, 8ste eeuw voor Chr. De buitenlands
gedichten zijn allen voorzien van een vertaling.
De overstap van de ene auteur naar de andere
is boeiend en vaak spannend, bijvoorbeeld van
P.C. Hooft naar Malherbe, ertussenin William
Shakespeare, dan Fray Luis de León uit Spanje
gevolgd door Luis Vaz de Camoes uit Portugal.
Of in de jaren zestig Gerard Reve gevolgd door
Bob Dylan. Je leest de eerste regels van Graf te
Blauwhuis:“Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.”
Of  de bekende regels van Blowin ' in the Wind:
“How many roads must a man walk down
Before you call him a man?”
In de verantwoording zie je waar de gekozen
gedichten en vertalingen te vinden zijn. Vreemd
dat dit prachtboek voor maar €15 bij Perdu blijft
liggen, niet meteen wordt meegenomen! Wist u
dat vijftien Nederlandse dichters erin zijn opge-
nomen: Van Lucebert  tot  Anthonis de Roovere.
Kent u die?
 
 
November 2013
 
Op zondag 1 december 2013 om 15:00 uur
organiseeert Perdu een feestelijke bijeenkomst
met als thema: 'De boekenkast van Lucebert'.
            Titel van het boek van Lisa Kuitert dat die dag
            door haarzelf gepresenteerd zal worden en de 
            toehoorder een antwoord op de vragen geeft:
            Wat las hij? Wat deed hij met zijn boeken?
            Deze zullen tastbaar in uw handen komen want
            wij organiseren die middag een prachtverkoop.
            Wij kennen allemaal in Nederland deze mens.
            Dichter, voorman van de vijftigers; als schilder
            nauw betrokken bij de experimentele COBRA
            groep en nu bij Perdu als boekenleverancier.
            Spannend om te weten wat onze culturele icoon
            las, welke boeken voorzien van stempel en/of
            handtekening u straks naar huis zult meenemen.
Lucebert, een geniale woordkunstenaar, een beheerste zoeker,
een bevlogen lyricus, een bijna kwetsende grappenmaker, een                               
nauwlettende ontwerper van onverhoedse woordcombinaties!
Meer dan alleen een spel met klank en vorm zijn het nieuwe
woordbetekenissen die vrijkomen, hun eigen weg zoeken en
vinden in het hoofd van de lezer. Voor elk wat wils, zo lijkt het.
bv. “roestend rijden” of een “zuidwester op zijn gulp hebben”
“Ik ben niets meer dan een omroeper van oproer”. Losse flarden.
En “Zij kwamen uit en zij zaaiden / preekpoeder in het geraamte
van de aarde “ uit Van de afgrond en de mens. Dat weet ik nog.
Uit De analphabetische naam  
            “ik heb daarom de taal
in haar schoonheid opgezocht
hoorde daar dat zij niet meer menselijks had
dan de spraakgebreken van de schaduw
dan die van het oorverdovend zonlicht “
Herinneringen aan een tijd met deze dichter, eens doorgebracht.
 
 
Oktober 2013
 
Naast René Char, Eluard, Michaux en Ponge
staat nu ook in de Franse kast, Nathalie Prats.
Zij is de auteur van D'UN  HIVER  BLEU.
Hoe zij bij ons terechtgekomen is berust op
toeval. In een verlaten doos vond mijn collega
een gedicht getiteld Leurs mains en nuage.
Zij vertaalt dit en raakt enthousiast. Een brief
wordt aan de dichter opgesteld en verzonden.
De dame reageert snel en stuurt haar bundel.
Wat wij niet weten is dat dit werk april jl. met
haar schilderijen, in Parijs werd gepresenteerd.
Na het lezen constateer ik dat zij op originele
wijze alle stijlfiguren uit de Franse poëzie goed
weet te combineren. Middeleeuwse liefdeslyriek,
zeventiende eeuwse preciosité: speciaal verfijnd
taalgebruik, tot het hedendaagse surrealisme.
Ook de thema's varieren: van liefdesverdriet tot
sympathie voor de dingen die zij ziet, beleeft en
denkt. Als beeldend kunstenaar interesseeert
haar vooral de vormgeving. Het gedicht getiteld
In een vierkant is daar een mooi voorbeeld van.
                                     Ik zou willen weten waar
               ik heenga als ik in een vierkant loop.
                      Het zou mij erg helpen te weten waarheen
                ik ga als mijn kompas vierkant wordt. Zonder poen,      
              zou het slecht met mij af kunnen lopen. Het wordt erg
             moeilijk de horizon te overzien. Wandelen is dan lastig
 als je in een vierkant loopt. De ruimte als iets logisch
                 bevatten, dat spreekt aan maar 't is onaangenaam.
                       Je bent nauwelijks vertrokken of je bent
                            al aangekomen. Dan loop ik liever
                              in 't rond niet wetend waarheen.
 
                       
Juni 2013
 
André Breton, Gedichten 1935 – 1940
en Gedichten 1940 – 1943 liggen twee-
talig, knap vertaald en mooi geïllustreerd
op onze tafel. Een genot om erin te lezen
en vooral om te bekijken. Wilt u iets over
de paus van het Surréalisme weten, koop
en lees deze bundels; wat ze zó interessant
maken zijn de MARGINALE GLOSSEN. Dit
zijn commentaren, uitleg en verklaringen die
veel verduidelijken over de gedichten. Over
LA MAISON D'YVES [Yves Tanguy] lees je bij
de annotaties achterin: “Uit een essay van
John Zuern blijkt dat dit gedicht program-
matisch kan worden opgevat. De esthetiek
van het surrealisme wordt doorlopen. De
structuur lijkt op een labyrint met capillaire
wanden tussen het onderbewuste en de rea-
liteit of zoals Breton's bundel: les vases
communicants, 1951. Het gedicht toont het
huis als symbool van onbewuste verborgen
ervaringen.” Als we verder lezen weten we
dat Breton een speciale band had met de
schilders De Chirico, Magritte, Ernst, Dali
en Tanguy, wiens doeken “in Bretons
bewustzijn ronddwalen”, vertelt ons Pieter  
Schermer die niet alleen vertaler, Breton
kenner maar ook surrealistisch dichter is.
Uit zijn bundel DICHTHEID laat ik u de
laatste strofen van Nachtsnoeken lezen:
“Maan en sterren verlaten hun oorsprong
Dovende glans reeds lang gestorven
De stand van zaken is niet opgehelderd
Dingen blijven raadsels”
De bijna didactische toon van de laatste regel
is voor mij een statement. Het is zoals het is.
 
 
Mei 2013
 
In 1989 publiceert Meulenhoff Spiegel van
de surrealistische poëzie in het Nederlands
en maak ik kennis met de auteur van deze
zo zeldzame bundel. Drie en twintig jaar
later staat in hetzelfde geel gekleed bij ons
in kleiner formaat de Nieuwe anthologie
van de Nederlandse surrealistische poëzie
op een zwarte stellage met 'n schitterende
omslag: Kristians Tonny, transfertekening,
1925. Bekijk deze bundel en laat je ogen
vallen op willekeurige regels zoals dezen: 
“Als ik nu terugdenk aan dat jaar, beginnen/
vliegtuigen weer onverwacht een snel spel
van granaten / terwijl ze haast achteloos
kleine kogels loslaten, / de stranden, met
prikkeldraad beplant, liggen verlaten.”
Dit zijn Herinneringen aan 1944 van
dichter-jurist Jak van der Meulen. In 1928                
schreef Paul van Ostaijen Jong landschap
waarin te lezen: “Zo staan beiden bijna
roerloos in de weide / het meisje dat
loodrecht aan een touw des hemels hangt /
legt hare lange hand op de lange rechte
lijn der geit / die aan haar dunne poten
de aarde averechts draagt”. In 1950, deze
eerste regel van Capsule: “In de schemering
verdiept de glimlach van het 18-jarige /
dienstmeisje zich gemakkelijk tot een riool.”
Dit, van Hans van Straten die ik in Paradiso
eind tachtig ontmoette met Jak die het licht
zag in het jaar dat Paul van Ostaijen stierf.
Zo blijven herinneringen hangen en leven
voort. Deze bundel zal ook aan uw lippen
blijven hangen en bedenk  met I.K. Bonset
dat  “wie boven is kan niet beneden zijn”.
 
 
April 2013

Wie kent Gaston Karel Mathilde Burssens?
Dichter, geboren te Dendermonde, 1896
overleed te Antwerpen, 1965.
In de Moderne Encyclopedie van de Wereld-
literatuur, een mooi artikel van W. Gobbers:
“Het gewaagde modernisme en nonconfor-
misme waarachter deze in de grond stille,
gevoelige natuur zijn schuchterheid en
kwetsbaarheid camoufleert, maakten hem
tot een van de felst omstreden Belgische
dichters. (…) “Met van Ostaijen werd hij
een der weinige authentieke vertegenwoordi-
gers van het organisch expressionisme: een
ongerijmde wereld, gevat in ongerijmde poëzie.”
Bij Perdu heeft zijn bundel Alles is mogelijk
in een gedicht, Verzamelde verzen 1914-1965,
bezorgd en voorzien van een nawoord door
Matthijs de Ridder; 1118 bladzijden dik, lang
op de plank gestaan. Niemand keek ernaar.
Hoe omstreden deze dichter ook moge zijn,
zijn verzen werden beloond met de Driejaar-
lijkse Staatsprijs voor Poëzie 1950-1952 in
1953. En weer een prijs in 1956.
Ik laat u een gedicht lezen: BALANS '40
Wat kan een dichter van zichzelf nog zeggen
Wat rest hem nog van wat hij heeft gezegd
Een vrouw een potlood en een tinnen lepel
Een onbeschreven blad dat hij had weggelegd.
Deze bundel kostte 65€, toen 40€ en nu 20€.
Verkocht voor deze prijs. Welke andere bundels
zijn er nog meer voor zo weinig te koop?
Als u goed zoekt, zult u ze zeker vinden.
 
 
Maart 2013
 
De magnetische kracht van 17 13   
leest als een uitputtende geschiedenis 
over surrealisme, dichters en schilders.
In drie hoofdstukken, prachtig getiteld:
I. Het land van blonde nevels
II. De herbezieling van het leven
III. Aanschouwingslessen buitengaats,
wordt bevlogen, uitmuntend geschreven
over wat dichters zal boeien in deze
kunststroming die, zoals de auteur het 
over Breton zegt, “wordt gekenmerkt 
door een  magnetische kracht die steeds
opnieuw in staat is gebleken om de
verbeelding en de zucht naar vrijheid
een vaste koers te geven”. Interessant
voor de lezer is de ontdekkingstocht
van de auteur zelf die op p.132 schrijft:
“In de aanvang was André Breton
voor mij vooral een verre dichter uit
het heroïsche begin van de vorige eeuw,
totdat ik het levende surrealisme ontdekte
en de ware André Breton via de essays van
Octavio Paz.” Deze bundel geeft ons een
volledig beeld over leven , werk en invloed
van surrealisten in de hele wereld; beschrijft
uitstekend het wezen van deze stroming
die, in zijn geschriften en afbeeldingen,
de aantrekkingskracht van een magneet
op lezers en kijkers zal blijven uitoefenen.
 
 
Februari 2013
 
Een van de origineelste stemmen in
onze twintigste eeuwse poëzie mogen
we Louis Lehmann wel noemen.
Het beste dat ik over hem las komt uit
de zojuist verschenen Brumes Blondes
bundel met de significante titel
De magnetische kracht van 17 13”.
Laurens Vancrevel schreef in 2008:
“Een bekende spreuk van hem is:
'De vogel Valdood vliegt ook tegen beter
weten'. In deze bundel kunt u veel lezen
over onze Nederlandse surrealistische
dichters en schilders. Als je wilt weten
wie wat wanneer heeft betekent, bekijk
en lees deze boeiende en interessante
geschiedenis over ons surrealisme.
Als je erin begint dan weet je van geen
ophouden. Het leest als een schitterende
roman, het verrijkt je geest en geeft zin om
de teksten van al deze dichters te kennen.
Koop deze twee prachtig uitgegeven
bundels. De tweede bundel is getiteld
Nieuwe anthologie van de Nederlandse
surrealistische poëzie.
Van deze koop zult u nooit spijt krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten