Faraj Bayrakdar
Op
donderdag 28 mei had Perdu een avond getiteld Back
to Aleppo, Stories from Syrian writers in Exile. Met
Nihad Sirees (1950), Samar Yazbek (1970), Ghayath Almadhoun (1979),
Faraj Bayrakdar (1951) en Maarten Zeegers (1982). Van deze laatste
kan ik zeggen
dat
hij tweeënhalfjaar – van 2009 tot 2011- in Damascus heeft gewoond
toen de protesten in Syrië begonnen. Regelmatig heeft hij anoniem
artikelen in NRC Handelsblad en De Standaard gepubliceerd. En in 2011
hebben wij hem kunnen zien op Nieuwsuur met Twan Huys toen hij
vertelde over zijn tijd als student Islamitisch Recht; wij weten ook
dat hij een boek publiceerde getiteld Wij
zijn Arabieren, dat
als paperback in 2012 is gepubliceerd.
Onder
zijn leiding hebben we kunnen luisteren naar deze Syriërs die
allemaal in Zweden wonen, schrijven en vertaald zijn. Wij kennen van
Ghayath
Almadhoun
Weg
uit Damascus
waarover
u kunt lezen in de omschrijving die Perdu ervan geeft; van Samar
Yazbek
Women
in the crossfire,
in het Nederlands vertaald als Vrouw
onder vuur, als
paperback in mei 2013 verscheen bij Singel Uitgeverijen, vertaald
door Hassnae Bouazza. In dit dagboek doet zij verslag van de eerste
vijf maanden van de revolutie in Syrië, die in maart 2011 begon.
Vanaf het allereerste begin nam zij deel aan de opstand en was zij
getuige van het brute geweld tegen burgers. Van Nihad
Sirees,
de oudste van deze vier, die zeven romans op zijn naam heeft staan,
een aantal toneelstukken, Tv en kinderdrama's, is het verhaal The
silence and the Roar het
bekendst: in 2004 geschreven, later vertaald door Max Weiss en 5
maart 2013 in het Engels verschenen bij Other Press. De titel van het
boek verwijst naar het gebral van het regime en het verlangen naar
stilte van Fathi om gelukkig te kunnen zijn. Het verhaal speelt zich
in een dag af. Meeslepend en adembenemend, wordt hiervan gezegd.
Maar
de dichter over wie ik in dit stuk zal schrijven is Faraj
Bayrakdar
wiens bundel
Mirrors
of absence voor
15 euro bij Perdu te krijgen is. Vertaald vanuit het Arabisch in het
Engels door Mikhail Asfour, in 2015 uitgegeven door GUERNICA in
Toronto, Buffalo (V.S.) en Lancaster (U.K.).
Geboren
in 1951 in het dorp Tir, vlakbij Homs, wordt FB in 1977, op
achtentwintigjarige
leeftijd
opgepakt omdat hij hoofdredacteur is van een literair tijdschrift dat
beoogt het werk van jonge Syrische schrijvers te steunen. In deze
functie wordt hij tweemaal eind jaren zeventig opgepakt en in 1987
wordt hij in geïsoleerde
gevangenschap gehouden en drie maal daags gemarteld. In1993 wordt hij
als lid van de Communistische oppositiepartij veroordeeeld tot
vijftien jaar cel maar komt vrij bij een amnestie in 2000. In 2004
kreeg hij de Free Word Award van de Stichting Poets of All Nations in
Rotterdam.
Nooit
is hij opgehouden met schrijven. In 1979 wordt
zijn eerste bundel in het Frans gepubliceerd, getiteld Tu
n'es pas seul,
meteen
in
het Engels vertaald You
are not alone
(Beyrut,1979)
en twee jaar later publiceert hij de bundel Golsorkhi
(1981)
als eerbetoon aan een Iraanse gevangene die lijdt onder het regime
van de Shah van Perzië. In de jaren negentig van de vorige eeuw
worden in Frankrijk de eerst genoemde bundel gepubliceerd; dan Une
nouvelle danse dans le territoire du coeur
en
La
colombe aux ailes déployées
in
een anthologie door Michel Deguy. (Deze laatst genoemde bundel is in
1997 in Nederland verschenen onder de titel Een
duif met vrije vleugels).
Met
een aantal andere schrijvers, Maurice Blanchot, Yves Bonnefoy,
Maurice Nadeau en André Velter wordt om zijn vrijlating gevochten.
Als bij de Syrische ambassade in Parijs naar hem gevraagd wordt is
het antwoord: “Wij kennen deze meneer niet.” Dit staat in de
Franse krant Libération van 4 juni 1998.
Datzelfde
jaar zal bij de uitgeverij Al
Dante
de bundel Ni
vivant ni mort
verschijnen
met
een voorwoord van Michel Deguy die vertelt dat zijn gedichten op
vloeitjes van sigarettenpapier de gevangenis uit zijn gesmokkeld en
zijn vertaald door de Marokaanse dichter Abdellatif Laâbi (1942) die
ook tien jaar in de gevangenis heeft doorgebracht vanwege zijn
opvattingen en daarna het land is uitgezet. Vanuit de gevangenis in
Sednaya, vlakbij Damascus, hieronder dit in het Frans door Laâbi
vertaalde gedicht van FB uit 1993:
Et
quand le désespoir sonne à ta porte
Redresse-toi
Et
griffonne un message sur le mur:
“Cet
homme désespère”
Puis,
lance à ton maître, le sultan:
“ma
cellule n'est pas plus étroite que ta tombe …
et
pourtant
Elle
disparaîtra avec ta mort!
Et
quand la terre enfermera ton corps
Nous
célébrerons ton oubli par une fête d'obsèques”
uit:
Une
colombe aux ailes déployées
(1999). In het Engels, Dove
in Free Flight
Vertaald,
wordt het dan zo iets als dit:
En
als de wanhoop aan je deur belt
Richt
je op
En
krabbel een bericht op de muur:
“Deze
man wanhoopt”
Schreeuw
dan tegen je meester, de sultan
“mijn
cel is niet smaller dan jouw graf …
en
toch
Het
zal verdwijnen met jouw dood!
En
als de aarde jouw lichaam omsluit
Zullen
wij met een feest jouw uitvaart vieren”
In
2004 verscheen bij Free Word Award zijn bundel Spiegels
van afwezigheid,
vertaald vanuit het Arabisch door Willem Stoetzer. Hierin een aantal
gedichten van het honderdtal van Mirrors
of Absence.
Na
lezing kan ik zeggen dat ik erg onder de indruk ben van deze
dichter.
Ironisch, lyrisch, geestig, metafysisch, soms bijna surrealistisch.
Alle registers van
stemming
vindt je in deze prachtige poëzie. Als je er eenmaal aan begint, kun
je niet meer ophouden. En dan te denken dat deze man 'gewoon' bij
Perdu aanwezig was op 28 mei!
In
de inleiding van Mirrors
of absence
kunnen
wij lezen hoe zijn gedichten tot stand zijn gekomen. Zijn vertaler
Mikhail Asfour schrijft in 2011 een brief aan twee vrienden, Michael
en Connie, over zichzelf en zijn werk, voordat hij op
drieentwintigjarige leeftijd vanuit Libanon naar Canada emigreert.
Deze brief is tegelijk de inleiding voor de bundel van FB.
Hij
schrijft het volgende over deze dichter:
“I
was deeply struck by the powerful lyricism of this Syrian poet and by
the experience he had gone through at the hands of the authorities
and the many prisons he was detained at 14 years. His book Mirrors
of Absence is
a great testament to the cruelty of authorities and a witness for the
resiliency of the human spirit in the face of tyranny.
Faraj
Bayrakdar wrote the manuscripts Mirrors
of Absence, a
collection of 100 short poems, while in solitary confinement in Syria
and smuggled his verses out on the lips of prsonners who committed
his verses to memory during short meetings in the prison yard. He
also made ink from tea and inscribed his words on onion skin and
cigarette papers with a stylus of match wood.
What
is striking about the verses is their compression – they are
compact, eloquent and revealing.
Some
are slightly longer than haiku and some are heart wrenching and
painfully beautiful. Their thematic expansion enfolds the bulk of
human experience and illustrates the triumph of a man who refused to
abandon his writing and principles.”
Aan
deze inleiding valt niets toe te voegen. Het drukt heel nauwkeurig
uit wat de lezer van die honderd gedichten denkt, na lezing van de
bundel. De intro zet al meteen de toon:
These
mirrors might have been clear rain,
transparent
silence
or
even translucent tears.
But
circumstances were chipped out of stone,
time
and place branded with something like blood;
somethinf
like madness
like
some gods
or
like nothing at all.
In
het Nederlands vertaald door WS wordt het dit:
deze
spiegels hadden
zuivere
regen kunnen zijn
of
zuivere stilte
of
tenminste zuivere tranen.
De
situatie echter
was
van steen
aan
't kletteren van tijd en plaats
kleefden
smetten van wat leek op bloed
of
van wat leek op waanzin
of
wat leek op goden
of
wat niet leek op iets ten enenmale.
De
thema's die regematig aan bod komen zijn de gevangenis, zijn land, de
vrouw, de liefde.
Over
de gevangenis, deze gedichten:
9
There's
no freedom
outside
this place.
But
it is freedom that weeps
each
time it hears the keys
laugh
in
the locks.
Geen
vrijheid is er
buiten
deze plaats
maar
deze vrijheid weent
wanneer
zij hoort hoe in de sloten
sleutels
schaterlachen.
12
This
is how it is:
prison
is a time
you
jot down on the walls
in
the early days
and
in the memory
in
the following months.
But,
when the years turn
into
a long train
tired
of its own whistles
and
exhausted by the stations,
you
try something else
similar
to forgetfulness.
gevangenschap
is tijd
die
je in de eerste dagen
bijhoudt
op de muren
maanden
daarna
in
het geheugen
worden
de jaren echter
tot
een lange trein,
het
fluiten moe,
de
hoop op haltes opgegeven,
dan
probeer je 't met iets anders
iets
dat op vergeten lijkt.
(vertaling
WS)
36
Today
they released a prisonner
who
was incarcerated 19 extra years.
How
dogged they are
they
should have let him complete his twentieth year!
99
I
entered prison
fully
ready
for
death
and
here I am
unaware
of
how many years it will take
to
organize my dreams and leave
fully
ready
for
life.
En
over zijn land, deze gedichten die zo voor zichzelf spreken dat
vertaling niet nodig is:
31
Yes,
God, yes,
this
is Syria.
In
which cloud do you weep
and
how do we console you?
37
Freedom
is a country,
my
country is an exile
and
I am my own antithesis.
This
is my testimony
written
with
my mother's milk
and
stamped with my chains.
40
Not
to be partial,
not
to be beautiful,
there
is no other cemetery
in
this life
nor
in the after life
wider
than
the one I call
my
country.
66
Instead
of a graveyard
I
propose a forest
to
carve on its trunks
the
names of those who have been murdered.
Bayrakdar
heeft in eigen land nog altijd een publicatieverbod, net als zijn
vrouw, de schrijfster Manhal Alsaraj. In het Arabisch taalgebied
wordt hij beschouwd als een van de belangrijke dichters van deze
tijd. In 1998 werd de gevangen dichter door Human Rights Watch de
Hellman-Hammet Award toegekend. De internationale
schrijversorganisatie PEN eerde hem een jaar later met de Barbara
Goldsmith Freedom-to-Write prijs.
De
jury die hem in 2004 onderscheidde met de PAN/Novib Free Word Award
bestond uit Neelie Kroes (voorzitter), Remco Campert, J. Bernlef,
Anna Enquist, Silke Behl, Martin Mooij, Winfried van den Muijsenbergh
en Joachim Sartorius. Het juryrapport prijst Bayrakdar voor zijn moed
"met
allen die zich, waar ook ter wereld, inzetten voor de vrijheid van
het woord - ook wanneer deze vrijheid hen ontnomen wordt en zij de
consequenties daarvan moeten ondergaan".
Ik
zal eindigen met deze gedichten:
29
Here
and
there
on
the wall
and
on my heart.
On
the night and the wind
on
the doors and the promises
and
the sidewalks.
On
fear, pessimism and nothingness.
Two
deep eyes
close
to darkness
two
darknesses
close
to tragedy,
two
tragedies
close
to silence,
two
silences
close
to barking
neither
before them
nor
after them
just
half mast flags
and
I
and
God in two adjoined
jail
cells.
In
de vertaling van WS wordt het dit:
hier
en
daar
op
de wand
en
op mijn hart.
op
nacht en wind
op
deuren, afspraken en trottoirs
op
vrees, wanhoop en het niets.
twee
ogen diep
tot
zwartheids grens.
zwart
tot
tragedies grens.
tragisch
tot
stiltes grens.
stilzwijgend
tot
huilens grens.
ervoor
is niets
erna
is niets
buiten
vlaggen halfstok gehesen
god
en
ik
zitten
in cellen naast elkaar.
94
The
road was rough,
long,
meandering
yet
I
walked it to the end,
still,
I never arrived.
Geweldig
toch dat tussen de muren van Perdu de stem van deze dichter heeft
mogen klinken
en
dat wij in ons veilige wereldje iemand uit dit gruwelijk gebied
hebben kunnen mogen ontvangen. Of wij ons volop realiseren wat zo'n
regime met mensen doet, weet ik niet. Maar wat ik wel weet is dat
poëzie de mens zo'n kracht geeft, dat de geest er als overwinnaar
uitkomt met alle pijn die het lichaam te verduren krijgt. Zo'n
zeldzame avond doet ons realiseren dat Perdu een oase is in een
wereld die door machtsdrang van een aantal er nog steeds slecht
uitziet. Geloof je in de kracht van de poëzie, dan ben jij de
winnaar en de machtswolf de verliezer. Faraj Barakdar is een
inspirerend dichter en een geweldig mens.
Tenny
Frank
Geen opmerkingen:
Een reactie posten