19 oktober 2015

F.Bayrakdar

Faraj Bayrakdar


Op donderdag 28 mei had Perdu een avond getiteld Back to Aleppo, Stories from Syrian writers in Exile. Met Nihad Sirees (1950), Samar Yazbek (1970), Ghayath Almadhoun (1979), Faraj Bayrakdar (1951) en Maarten Zeegers (1982). Van deze laatste kan ik zeggen
dat hij tweeënhalfjaar – van 2009 tot 2011- in Damascus heeft gewoond toen de protesten in Syrië begonnen. Regelmatig heeft hij anoniem artikelen in NRC Handelsblad en De Standaard gepubliceerd. En in 2011 hebben wij hem kunnen zien op Nieuwsuur met Twan Huys toen hij vertelde over zijn tijd als student Islamitisch Recht; wij weten ook dat hij een boek publiceerde getiteld Wij zijn Arabieren, dat als paperback in 2012 is gepubliceerd.
Onder zijn leiding hebben we kunnen luisteren naar deze Syriërs die allemaal in Zweden wonen, schrijven en vertaald zijn. Wij kennen van Ghayath Almadhoun Weg uit Damascus waarover u kunt lezen in de omschrijving die Perdu ervan geeft; van Samar Yazbek Women in the crossfire, in het Nederlands vertaald als Vrouw onder vuur, als paperback in mei 2013 verscheen bij Singel Uitgeverijen, vertaald door Hassnae Bouazza. In dit dagboek doet zij verslag van de eerste vijf maanden van de revolutie in Syrië, die in maart 2011 begon. Vanaf het allereerste begin nam zij deel aan de opstand en was zij getuige van het brute geweld tegen burgers. Van Nihad Sirees, de oudste van deze vier, die zeven romans op zijn naam heeft staan, een aantal toneelstukken, Tv en kinderdrama's, is het verhaal The silence and the Roar het bekendst: in 2004 geschreven, later vertaald door Max Weiss en 5 maart 2013 in het Engels verschenen bij Other Press. De titel van het boek verwijst naar het gebral van het regime en het verlangen naar stilte van Fathi om gelukkig te kunnen zijn. Het verhaal speelt zich in een dag af. Meeslepend en adembenemend, wordt hiervan gezegd.
Maar de dichter over wie ik in dit stuk zal schrijven is Faraj Bayrakdar wiens bundel
Mirrors of absence voor 15 euro bij Perdu te krijgen is. Vertaald vanuit het Arabisch in het Engels door Mikhail Asfour, in 2015 uitgegeven door GUERNICA in Toronto, Buffalo (V.S.) en Lancaster (U.K.).
Geboren in 1951 in het dorp Tir, vlakbij Homs, wordt FB in 1977, op achtentwintigjarige
leeftijd opgepakt omdat hij hoofdredacteur is van een literair tijdschrift dat beoogt het werk van jonge Syrische schrijvers te steunen. In deze functie wordt hij tweemaal eind jaren zeventig opgepakt en in 1987 wordt hij in geïsoleerde gevangenschap gehouden en drie maal daags gemarteld. In1993 wordt hij als lid van de Communistische oppositiepartij veroordeeeld tot vijftien jaar cel maar komt vrij bij een amnestie in 2000. In 2004 kreeg hij de Free Word Award van de Stichting Poets of All Nations in Rotterdam.
Nooit is hij opgehouden met schrijven. In 1979 wordt zijn eerste bundel in het Frans gepubliceerd, getiteld Tu n'es pas seul, meteen in het Engels vertaald You are not alone (Beyrut,1979) en twee jaar later publiceert hij de bundel Golsorkhi (1981) als eerbetoon aan een Iraanse gevangene die lijdt onder het regime van de Shah van Perzië. In de jaren negentig van de vorige eeuw worden in Frankrijk de eerst genoemde bundel gepubliceerd; dan Une nouvelle danse dans le territoire du coeur en La colombe aux ailes déployées in een anthologie door Michel Deguy. (Deze laatst genoemde bundel is in 1997 in Nederland verschenen onder de titel Een duif met vrije vleugels). Met een aantal andere schrijvers, Maurice Blanchot, Yves Bonnefoy, Maurice Nadeau en André Velter wordt om zijn vrijlating gevochten. Als bij de Syrische ambassade in Parijs naar hem gevraagd wordt is het antwoord: “Wij kennen deze meneer niet.” Dit staat in de Franse krant Libération van 4 juni 1998.
Datzelfde jaar zal bij de uitgeverij Al Dante de bundel Ni vivant ni mort verschijnen met een voorwoord van Michel Deguy die vertelt dat zijn gedichten op vloeitjes van sigarettenpapier de gevangenis uit zijn gesmokkeld en zijn vertaald door de Marokaanse dichter Abdellatif Laâbi (1942) die ook tien jaar in de gevangenis heeft doorgebracht vanwege zijn opvattingen en daarna het land is uitgezet. Vanuit de gevangenis in Sednaya, vlakbij Damascus, hieronder dit in het Frans door Laâbi vertaalde gedicht van FB uit 1993:

Et quand le désespoir sonne à ta porte
Redresse-toi
Et griffonne un message sur le mur:
Cet homme désespère”
Puis, lance à ton maître, le sultan:
ma cellule n'est pas plus étroite que ta tombe …
et pourtant
Elle disparaîtra avec ta mort!
Et quand la terre enfermera ton corps
Nous célébrerons ton oubli par une fête d'obsèques”

uit: Une colombe aux ailes déployées (1999). In het Engels, Dove in Free Flight

Vertaald, wordt het dan zo iets als dit:
En als de wanhoop aan je deur belt
Richt je op
En krabbel een bericht op de muur:
Deze man wanhoopt”
Schreeuw dan tegen je meester, de sultan
mijn cel is niet smaller dan jouw graf …
en toch
Het zal verdwijnen met jouw dood!
En als de aarde jouw lichaam omsluit
Zullen wij met een feest jouw uitvaart vieren”

In 2004 verscheen bij Free Word Award zijn bundel Spiegels van afwezigheid, vertaald vanuit het Arabisch door Willem Stoetzer. Hierin een aantal gedichten van het honderdtal van Mirrors of Absence. Na lezing kan ik zeggen dat ik erg onder de indruk ben van deze
dichter. Ironisch, lyrisch, geestig, metafysisch, soms bijna surrealistisch. Alle registers van
stemming vindt je in deze prachtige poëzie. Als je er eenmaal aan begint, kun je niet meer ophouden. En dan te denken dat deze man 'gewoon' bij Perdu aanwezig was op 28 mei!
In de inleiding van Mirrors of absence kunnen wij lezen hoe zijn gedichten tot stand zijn gekomen. Zijn vertaler Mikhail Asfour schrijft in 2011 een brief aan twee vrienden, Michael en Connie, over zichzelf en zijn werk, voordat hij op drieentwintigjarige leeftijd vanuit Libanon naar Canada emigreert. Deze brief is tegelijk de inleiding voor de bundel van FB.
Hij schrijft het volgende over deze dichter:

I was deeply struck by the powerful lyricism of this Syrian poet and by the experience he had gone through at the hands of the authorities and the many prisons he was detained at 14 years. His book Mirrors of Absence is a great testament to the cruelty of authorities and a witness for the resiliency of the human spirit in the face of tyranny.

Faraj Bayrakdar wrote the manuscripts Mirrors of Absence, a collection of 100 short poems, while in solitary confinement in Syria and smuggled his verses out on the lips of prsonners who committed his verses to memory during short meetings in the prison yard. He also made ink from tea and inscribed his words on onion skin and cigarette papers with a stylus of match wood.
What is striking about the verses is their compression – they are compact, eloquent and revealing.
Some are slightly longer than haiku and some are heart wrenching and painfully beautiful. Their thematic expansion enfolds the bulk of human experience and illustrates the triumph of a man who refused to abandon his writing and principles.”

Aan deze inleiding valt niets toe te voegen. Het drukt heel nauwkeurig uit wat de lezer van die honderd gedichten denkt, na lezing van de bundel. De intro zet al meteen de toon:

These mirrors might have been clear rain,
transparent silence
or even translucent tears.
But circumstances were chipped out of stone,
time and place branded with something like blood;
somethinf like madness
like some gods
or like nothing at all.

In het Nederlands vertaald door WS wordt het dit:

deze spiegels hadden
zuivere regen kunnen zijn
of zuivere stilte
of tenminste zuivere tranen.
De situatie echter
was van steen
aan 't kletteren van tijd en plaats
kleefden smetten van wat leek op bloed
of van wat leek op waanzin
of wat leek op goden
of wat niet leek op iets ten enenmale.

De thema's die regematig aan bod komen zijn de gevangenis, zijn land, de vrouw, de liefde.
Over de gevangenis, deze gedichten:

9
There's no freedom
outside this place.
But it is freedom that weeps
each time it hears the keys
laugh
in the locks.

Geen vrijheid is er
buiten deze plaats
maar deze vrijheid weent
wanneer zij hoort hoe in de sloten
sleutels
schaterlachen.

12
This is how it is:
prison is a time
you jot down on the walls
in the early days
and in the memory
in the following months.
But, when the years turn
into a long train
tired of its own whistles
and exhausted by the stations,
you try something else
similar to forgetfulness.
gevangenschap is tijd
die je in de eerste dagen
bijhoudt op de muren
maanden daarna
in het geheugen
worden de jaren echter
tot een lange trein,
het fluiten moe,
de hoop op haltes opgegeven,
dan probeer je 't met iets anders
iets dat op vergeten lijkt.
(vertaling WS)

36
Today they released a prisonner
who was incarcerated 19 extra years.
How dogged they are
they should have let him complete his twentieth year!

99
I entered prison
fully ready
for death
and here I am
unaware
of how many years it will take
to organize my dreams and leave
fully ready
for life.

En over zijn land, deze gedichten die zo voor zichzelf spreken dat vertaling niet nodig is:

31
Yes, God, yes,
this is Syria.
In which cloud do you weep
and how do we console you?

37
Freedom is a country,
my country is an exile
and I am my own antithesis.
This is my testimony
written
with my mother's milk
and stamped with my chains.

40
Not to be partial,
not to be beautiful,
there is no other cemetery
in this life
nor in the after life
wider
than the one I call
my country.

66
Instead of a graveyard
I propose a forest
to carve on its trunks
the names of those who have been murdered.

Bayrakdar heeft in eigen land nog altijd een publicatieverbod, net als zijn vrouw, de schrijfster Manhal Alsaraj. In het Arabisch taalgebied wordt hij beschouwd als een van de belangrijke dichters van deze tijd. In 1998 werd de gevangen dichter door Human Rights Watch de Hellman-Hammet Award toegekend. De internationale schrijversorganisatie PEN eerde hem een jaar later met de Barbara Goldsmith Freedom-to-Write prijs.
De jury die hem in 2004 onderscheidde met de PAN/Novib Free Word Award bestond uit Neelie Kroes (voorzitter), Remco Campert, J. Bernlef, Anna Enquist, Silke Behl, Martin Mooij, Winfried van den Muijsenbergh en Joachim Sartorius. Het juryrapport prijst Bayrakdar voor zijn moed "met allen die zich, waar ook ter wereld, inzetten voor de vrijheid van het woord - ook wanneer deze vrijheid hen ontnomen wordt en zij de consequenties daarvan moeten ondergaan".
Ik zal eindigen met deze gedichten:

29
Here
and there
on the wall
and on my heart.
On the night and the wind
on the doors and the promises
and the sidewalks.
On fear, pessimism and nothingness.
Two deep eyes
close to darkness
two darknesses
close to tragedy,
two tragedies
close to silence,
two silences
close to barking
neither before them
nor after them
just half mast flags
and I
and God in two adjoined
jail cells.

In de vertaling van WS wordt het dit:

hier
en daar
op de wand
en op mijn hart.
op nacht en wind
op deuren, afspraken en trottoirs
op vrees, wanhoop en het niets.
twee ogen diep
tot zwartheids grens.
zwart
tot tragedies grens.
tragisch
tot stiltes grens.
stilzwijgend
tot huilens grens.
ervoor is niets
erna is niets
buiten vlaggen halfstok gehesen
god
en ik
zitten in cellen naast elkaar.

94
The road was rough,
long,
meandering yet
I walked it to the end,
still, I never arrived.

Geweldig toch dat tussen de muren van Perdu de stem van deze dichter heeft mogen klinken
en dat wij in ons veilige wereldje iemand uit dit gruwelijk gebied hebben kunnen mogen ontvangen. Of wij ons volop realiseren wat zo'n regime met mensen doet, weet ik niet. Maar wat ik wel weet is dat poëzie de mens zo'n kracht geeft, dat de geest er als overwinnaar uitkomt met alle pijn die het lichaam te verduren krijgt. Zo'n zeldzame avond doet ons realiseren dat Perdu een oase is in een wereld die door machtsdrang van een aantal er nog steeds slecht uitziet. Geloof je in de kracht van de poëzie, dan ben jij de winnaar en de machtswolf de verliezer. Faraj Barakdar is een inspirerend dichter en een geweldig mens.
Tenny Frank

Geen opmerkingen:

Een reactie posten